Uit ons eerdere onderzoek blijkt dat sommige patiënten vrij impulsief en soms met veel kwaadheid ongeoorloofd wegblijven na het krijgen van slecht nieuws. Ongeveer een kwart van hen doet dit uit onvrede over de geboden behandeling. Soms is hier ook sprake van een lange geschiedenis met negatieve ervaringen in de psychiatrische hulpverlening. Anderen vertrekken opeens in een opwelling na bijvoorbeeld een afwijzing voor weekend verlof of teleurstellende berichten over de uitvoering van een dwangmaatregel. Een voorbeeld hiervan was toen een patiënt ons vertelde dat hij s ’nachts niet kon slapen toen de rechtbank naar de afdeling zou komen om te besluiten over zijn dwangopname. De zitting was voor mij niet gunstig, ik kreeg in een brief te lezen dat ik niet naar huis kon en werd erg kwaad en vertrok zonder iets tegen iemand te zeggen van de unit. In feite rende ik weg maar ik wist dat ze mij wel zouden kunnen inhalen, daarom sprong ik snel een wachtende taxi. Een andere patiënt beschreef het volgende: ik deed grote moeite om mij voor te bereiden op een gesprek met de behandelaars, ik had een bad genomen, had mijn beste kleren aan maar mijn verzoek voor vrijheden werd afgewezen. Ze hebben kennelijk niet door hoe belangrijk het is voor een patiënt om een positieve reactie te krijgen op een verzoek. Voor het personeel is een afwijzing niet meer dan een triviale vertraging richting ontslag. Voor de patiënt zijn dit soort zaken emotioneel en praktisch belastend en complicerend en kunnen een psychische terugslag betekenen.
Slecht nieuws uit het thuisfront (beëindiging van een relatie, dreigende uithuiszetting, inbraak, problemen met ouderlijke macht, ziekte of overlijden in de familie) kan ook aanzetten tot weglopen uit de kliniek. Dit soort stress factoren kunnen voor “acting out” in de kliniek zorgen (weglopen, toenemende geïrriteerdheid of agressief gedrag. Dit inzicht kan ons helpen om tijdig en op maat psychosociale ondersteuning te starten voordat de ervaren stress zich gaat uiten in conflict situaties. Het is dus belangrijk om alert te blijven op dit soort agitatie opwekkende situaties. Dit vraagt vaak om een multidisciplinaire aanpak en manier om slecht nieuws op een empathische manier te bespreken met de patiënt en ook later checken bij patiënt over hoe het allemaal is aangekomen. Dus ga regelmatig tussentijds in gesprek met de patiënt en bij aanwijzingen van spanningen of sombere reacties kan het zinvol zijn dit te intensiveren of bijvoorbeeld na te vragen of iemand nadenkt over bezoek of een telefoontje. Zoek met iemand een rustige plek en maak emotionele ruimte om de patiënt zijn hart te kunnen laten luchten. Toon begrip voor de frustraties, biedt bijvoorbeeld een kop koffie of thee of iets te eten aan. Laat vooral respect zien en dat je open staat voor de emoties van de patiënt. Maak tijdens dit soort momenten regelmatig oogcontact en neem een uitnodigende en actief luisterende houding aan en stel bij voorkeur open vragen, bijvoorbeeld: kun je mij iets meer vertellen over. Het is in dit opzicht ook belangrijk om zeker te weten hoeveel de patiënt begrepen heeft van de genomen behandelbeslissingen. Hierdoor kunnen misverstanden worden besproken en kan het behandelbeleid op een meer positieve manier met de patiënt worden doorgenomen. Het komt vaker voor dat patiënten niet alle informatie kunnen verwerken die op allerlei momenten worden gegeven over de behandeling. Het is dus belangrijk om dit regelmatig bij de patiënt te checken, dit is ook een manier om te toetsen wat men heeft begrepen van het behandelbeleid en hoe het psychisch is gesteld met de patiënt. De schok en woede emoties na slecht nieuws kunnen namelijk ook er voor zorgen dat informatie die gegeven is niet goed is doorgekomen. Dit alles kan ook nog versterkt worden door het toestandsbeeld van de patiënt en medicatie gebruik. Dus het verifiëren of de patiënt alles heeft begrepen en het oog hebben voor de gevoelens van de patiënt rond het behandelbeleid verlagen het risico op agressie, zelfbeschadiging of ongeoorloofd vertrek. De rol van deze interventie voortrekker is om te bewaken of er in de overdracht aandacht is voor de twee volgende vragen: 1.) heeft iemand slecht nieuws gehad in de afgelopen uren en hoe kunnen we deze patiënt hierbij het beste ondersteunen? 2.) gaat iemand slecht nieuws krijgen in de komende uren en hoe gaan we hiermee om?